De zeven niveaus van persoonlijk-, groeps- en organisatorisch-effectiviteit

7. SYNCHRONICITEIT, liefde, harmonie — Werken vanuit het besef dat je innerlijke staat beïnvloedt hoe je de buitenwereld waarneemt. Focus ligt op het creëren van een positieve ervaring voor iedereen. Het vermogen om waarde en mogelijkheden in alles te zien. Het gebied van ‘magisch toeval’.
6. INNOVATIE, objectiviteit, openheid — Het vermogen om ego, persoonlijke agenda’s en mogelijke beperkingen opzij te zetten; om vanuit diverse invalshoeken mogelijkheden te onderzoeken. Op zoek naar de beste oplossing voor het probleem of het doel.
5. BETROKKENHEID, motivatie, tolerantie — De behoefte om van betekenis te zijn en een positieve bijdrage te leveren. Focus op kwaliteiten en sterke punten in plaats van op beperkingen en risico’s.
4. MOED, heldhaftig, resoluut — De bereidheid om stelling te nemen tegen eerdere negatieve of ontkrachtende overtuigingen en acties. Vertrouwen in de mogelijkheid van een positieve toekomst (vaak ondanks dat het lijkt dat een positieve toekomst niet waarschijnlijk of voorspelbaar is).
3. FRUSTRATIE, boosheid, zelfzucht — De focus op strijd en positie nemen tegen (en niet met) anderen; het gevoel dat de externe wereld (mensen en/of omstandigheden) moet worden bevochten.
2. ANGST, ongerustheid, drang — De overtuiging dat je jezelf moet beschermen tegen onvermijdelijk verlies, een aanval of teleurstelling.
1. HOPELOOSHEID, schaamte, neerslachtig — Fundamenteel onvermogen om de toekomst positief te zien, of naar een positieve toekomst toe te werken.